Hoe ontwikkelt een Nederlandse jongen van 15 zich als z’n zus ‘kut Marokkanen’ zegt en zijn ouders haar corrigeren met ‘je mag geen kut aan tafel zeggen’. Hoe is zijn opvatting ten opzichte van discriminatie? Welke invloed op haar identiteitsontwikkeling heeft de angst van een 15 jarige Afghaanse vluchtelinge, met een verblijfsvergunning en een Nederlands paspoort, dat ze ieder moment teruggestuurd kan worden. Interviews met zeventig jongeren van 14 tot 18 jaar in ‘Allochtonia – Autochtonia / twee werelden apart’ schetsen een schokkend beeld. We moeten met z’n allen hard werken aan een algemene noemer van het Nederlanderschap. Jongeren zijn onze spiegels en doen een appèl op onze verantwoordelijkheid. In Allochtonia – Autochtonia / twee werelden apart komen zeventig jongeren aan het woord: jonge allochtone en autochtone Nederlanders. Aan het licht komt hoe deze jongeren hun identiteit, discriminatie en vriendschap in het licht van het Nederlandse debat over multiculturalisme beleven. De term integratie heeft voor de jongeren betekenis voor het beleven van identiteit. De categorisatie die ze aanbrengen (geïntegreerd of niet) is van grote betekenis voor de wijze waarop de Nederlandse jongeren hun niet-Nederlandse leeftijdsgenoten beschouwen. In het boek ‘Allochtonia – Autochtonia / twee werelden apart’ komt aan het licht dat discriminatie een onderdeel is van het dagelijkse leven van jongeren. De mate waarin zij ermee te maken hebben en de aard van hun ervaring met multi-etnisch samenleven, spelen een rol in hun betrokkenheid bij het onderwerp. Jongeren lijken uit elkaar te groeien door uitsluiting in plaats van insluiting. Deze positie ten opzichte van de multiculturele samenleving wordt door bijna alle geïnterviewden ingenomen. Integreren betekent meer dan ooit: aanpassen aan de dominante Nederlandse cultuur. Er wordt niet gewerkt aan één gezamenlijkheid: Nederland ons thuis.