Ik zal nooit mijn eerste dag bij Harvard University in Boston USA vergeten. Ik volgde daar het programma Leadership Development en zat in een groep van 62 mensen uit 25 verschillende landen. De hele wereld zat in mijn klas: uit Amerika, Azië, Australië, Afrika, Canada enz. Op de universiteit zag je overal foto’s hangen van de bekende gastsprekers zoals Oprah Winfrey tot en met oud president John F. Kennedy. Je zag ook allerlei lijsten met namen op de muren hangen. Lijsten van beste docenten volgens de studenten en/of docenten met belangrijke achievements enz. Onze professor was zo te zien een bekende docent want je zag haar naam op diverse lijsten verschijnen. Op de eerste dag van ons college nam ze het woord om ons welkom te heten. Wat op mij enorm indruk maakte was haar openingszin:
We are humble for years and years to receive so many students from different countries. Through your knowledge and experience we learn how little we know. Through your knowledge and experience we learn more and more and we are you so thankful for this.
Ik voelde me direct als een vis in het water. Ook mijn kennis en ervaring waren welkom, zelfs voor een professor in Harvard. Ze zei niet, al had het gekund: we zijn één van de beste universiteiten in de wereld en daarom zijn jullie hier, we hebben de wijsheid in pacht, we weten alles!
I am so great
Terug naar Nederland had ik veel leesachterstand om in te halen. Een interview heeft mijn aandacht getrokken. Ik las in verschillende landelijke (vak)bladen een interview met iemand die net was benoemd als CEO bij een grote organisatie. Als je zo vaak geïnterviewd wordt dan heb je wat te melden, dacht ik. Wat mij opviel was één zin die in alle interviews bijna letterlijk werd herhaald. Deze CEO zei: ik hoop dat ik een voorbeeld ben voor de vrouwen. De context hiervan was het glazen plafond waar vrouwen mee te kampen hebben en ze vond dat het bereiken van zo’n positie door haar als een voorbeeld voor vrouwen dient. Ze had het plafond doorbroken en bereikt. Deze zin maakte net zoveel indruk op me als de openingszin van die professor uit Harvard.
Sindsdien loop ik me af te vragen wie ik als mijn voorbeeld zie? Welke mensen bewonder ik eigenlijk? En waarom? Is mijn bewondering een momentopname of onvoorwaardelijk? Wat nou als de leidinggevende stijl van die CEO gebaseerd is op de leugens, verdeel en heers van een angst cultuur? Wat nou als we er over een aantal jaren achter komen dat onder haar leiding en/of door haar fraude en corruptie heeft plaatsgevonden? Zou ze nog mijn voorbeeld zijn? Louter om haar positie? Ik denk van niet.
Push yourself forward
Soms heb ik het gevoel dat we in onze samenleving er toe doen of gehoord worden als we opvallen en vooral leuk gevonden worden. Het maakt niet uit wat we zeggen en/of we doen wat we zeggen als we ons maar forward pushen. Dit zie je ook bij veel kinderen, die willen vooral beroemd worden en opvallen. De programma’s op TV lijken vooral gericht te zijn op de kijkcijfers en wat de kijkers leuk vinden. De kranten lijken gefocust te zijn op wat de lezer leuk vind om te lezen. We lijken naar mensen te willen kijken of luisteren die we leuk vinden om hun bekendheid en/of hun positie. Ik merk dat ook in veel bijeenkomsten of debatten waar we bezig zijn om vooral te zenden; Ik ben en Ik doe en Ik….vooral ik.
Maakt een positie werkelijk iemand ook waardig of waardiger? Een bekende Nederlander te zijn, wil dat per definitie zeggen dat je ook een goed mens bent? Of heb je als ordinary people geen waarde? Wanneer vinden we eigenlijk iemand waardig? Wat vinden we eigenlijk belangrijk om naar op te kijken? Waar brengt dit ons en onze samenleving? Zijn we kritisch genoeg en in staat om door al die schijn heen te prikken? Of is kritisch zijn niet leuk?
Hoe kom ik aan dit gevoel van gemis aan voorbeelden die mij van binnen raken en verrijken tot een goed mens?