Ik was 19 jaar oud, student geneeskunde, een Iraanse.
Ik had een familie.
Ik was het prinsesje van mijn vader.
Ik was de trots van mijn moeder.
Een rolmodel voor mijn broers en mijn zus.
Ik was geliefd. Ik was een mens.
Door oorlogen en een dictatoriaal regime werd ik een asielzoeker, vluchteling, migrant, allochtoon, gelukzoeker, profiteur, niet geliefd, geen gezicht.
Ik werd een nummer.
Ik geef mijn vrijheid door aan Albert, een vrijwilliger van Vluchtelingenwerk Nederland.
Albert werd mijn stem want ik kon geen woord Nederlands verstaan of spreken.
Hij hield mijn hand vast en door hem voelde ik me niet verloren.
Veiligheid is vrijheid.
Ik geef mijn vrijheid door aan Janneke en Truus, uit Amsterdam, bij wie ik niet alleen bed, bad en brood kreeg maar vooral begrip en inlevingsvermogen.
Als ik s ’nachts nachtmerries had of heimwee waren ze mijn ouders die mij omarmden en troosten.
Compassie is vrijheid.
Ik geef mijn vrijheid door aan Connie van het UAF, Stichting voor Vluchtelingstudenten, en alle donateurs.
Connie zag mijn talenten en mijn ambitie en zij begeleidde mij bij mijn studie.
Door het UAF durfde ik weer aan een toekomt te denken.
Dromen is vrijheid.
Ik geef mijn vrijheid door aan Lydia, Mariette, Farzaneh, Mohammed, Linda, Rob, Piet, Boukje, Marijke, Fatima, Heidi, Raja,…..
Zij waren erbij …..
Toen ik afstudeerde, het contract voor mijn eerste boek tekende, toen mijn dochter afstudeerde.
Al deze vreugdevolle momenten kon ik hier met mijn dierbaren delen.
Liefde is vrijheid.
Ik geef mijn vrijheid door aan al mijn werkgevers en collega’s.
Via mijn werk kan ik, iedere dag weer, mijn dankbaarheid en commitment aan Nederland, mijn nieuw land, laten zien.
Relevant zijn, mee mogen doen en deel mogen uitmaken van een samenleving is vrijheid.
Ik, Guity Mohebbi, een Nederlandse van Iraanse afkomst, geef mijn vrijheid door aan jullie.
Mijn vrijheid is jouw vrijheid. Jouw vrijheid is mijn vrijheid.