De afgelopen weken heb ik de soap-Arib gevolgd. Anonieme brievenschrijvers, klachten die niet concreet genoeg waren, informatie die gelekt werd, vertrouwenspersonen die het niet met elkaar eens waren, twijfels over het bewijsmateriaal enz. Het begon al spannend met de aflevering Arib vertrekt na 24 jaar zonder afscheid. Wat gevolgd werd door afleveringen van de soap een ambtenaar die zelf klacht indiende, ook het onderzoek naar gedrag Arib ging leiden. Een plot twist was het afscheid van de hele ambtelijke top Tweede kamer. Ik zat op het randje van mijn stoel toen de ondernemingsraad het vertrouwen verloor. Tussendoor werd een onderzoek stilgelegd of even opgeschort na kritiek op de aanpak. Het was ook niet duidelijk waarover het onderzoek eigenlijk moest gaan. De ontknoping laat nog even op zich wachten!
Wat we in Den Haag publiekelijk zien is geen uitzondering. Als lid van diverse klachten en geschillencommissies heb ik het e.e.a. zien langskomen. Anonieme brievenschrijvers vertegenwoordigen een giftige werkcultuur en een falend systeem. Bij een van de klachten vertelde een slachtoffer dat zij bij haar leidinggevende een melding van een seksueel ongewenst gedrag had gemaakt. Haar leidinggevende heeft haar direct doorverwezen naar een HRM-functionaris. Deze functionaris had haar, met ongemak, allerlei vragen gesteld en had geadviseerd om contact op te nemen met een vertrouwenspersoon. Tijdens dát gesprek werd haar duidelijk gemaakt dat zo’n vertrouwenspersoon eigenlijk niets anders doet dan het bij de werkgever weer bekend te maken. Het slachtoffer had uiteindelijk na een gesprek met de ondernemingsraad, noodgedwongen, een klacht ingediend. Ondertussen had de gerapporteerde geen weet hiervan.
Dit is een voorbeeld van een terugkerend patroon. Instituties die falen door niet de verantwoordelijkheid te voelen en nemen om al bij het eerste signaal actie te ondernemen. Dit resulteert in “het probleem” over de schutting te gooien, het wegkijken en een zieke werkcultuur in stand houden. Het gaat dan niet meer over je mensen, human capital en de ambassadeurs van je organisatie, maar om een zeurende pijn die je met een paracetamolletje snel wilt verhelpen.
Onlangs vertelde een vriendin dat een collega van haar ongewenst was bejegend. Die collega had dit aan zijn manager bekend gemaakt. Zijn manager was met die collega direct naar hun HRM-functionaris gegaan. Die functionaris had vervolgens contact opgenomen met de huismeester. Samen hadden ze via het beeldmateriaal de persoon in kwestie kunnen identificeren. De HRM-functionaris heeft bij de politie een melding gemaakt en ervoor gezorgd dat die persoon uit het kantoren complex werd verbannen. Zo kan het ook.
Terug naar de Arib-soap. Zouden de anonieme brievenschrijvers, nu “de dader” het veld heeft opgeruimd, opgelucht ademhalen? Zou het vertrek van Arib betekenen dat er nu wél sprake is van een veilige en inclusieve werkomgeving? Wat deze woorden ook mogen betekenen!
Ik hoop van harte dat de hele Arib-soap wordt geëvalueerd. Dat alle betrokkenen ruimte creëren om hiervan te leren en stil staan bij hun eigen rol en verantwoordelijkheid. Dat er duurzaam geïnvesteerd wordt om alle actoren in het systeem competent te maken in de menselijkheid, menselijke waardigheid, wederkerigheid in de werkrelaties, samen zijn en samen werken. Dat er wordt stil gestaan bij de “hoe-vragen” om een werkcultuur te creëren waarin de professionals elkaar aanspreken, recht in de ogen kijken, in plaats van in anonimiteit brieven te hoeven schrijven.
Ik vind dat iedereen recht heeft op een werkomgeving waar in ieder geval de klachtenprocedures integer, gelijkwaardig (hoor en wederhoor), rechtvaardig (onschuldig totdat het tegendeel is bewezen) en onafhankelijk plaatsvinden.