Ik netwerk, jij netwerkt, wij netwerken

Een tijdje terug  was ik op uitnodiging van Soroptimisten in Hamburg. Samen met een aantal andere gasten kregen we tijdens een rondvaart een lunch aangeboden. Zoals het hoort bij een rondvaart kregen we het e.e.a. toegelicht. We vaarden op het Rondeelteich, waaraan een wijk grenst waar de allerrijksten van Hamburg zich gevestigd hebben. Onze boot moest omkeren, omdat die wijk letterlijk en figuurlijk voor de buitenwereld is afgesloten. Wat deze wijk bijzonder maakt is dat de huizen van Rondeelteich niet verkocht kunnen worden. Deze huizen worden geërfd en op deze manier blijven eeuwenlang binnen één familie. Om hun wijk afgesloten te houden hebben ze ook eigen winkels, scholen, apotheek en dergelijke. Ze hebben zelfs een hangplaats voor jongeren. Hiervoor hebben ze een eigen plaats laten bouwen waar louter jongelieden toegang hebben. Er is zelfs een herenclub waar toegang van vrouwen is verboden. Kortom een soort eiland waar niemand van buitenaf in mag, maar andersom mag het wel. Waarom sluiten ze eigenlijk anderen uit? Wat is er in die  wijk, dat zo heilig is, dat voor de buitenwereld beschermd dient te worden? Zouden zij ook een eigen taal hebben ontwikkeld zodat niemand hen kan verstaan? Maken ze zelf hun huizen, tuinen, zwembaden schoon? Kweken ze eigen groenten en fruit?  Ik fantaseer nog steeds hoe het zou voelen om in zo’n familie geboren te worden en/of in zo’n wijk op te groeien.
 
Gesloten netwerken

Tijdens de rondvaart in Hamburg dwaalden mijn gedachten af. Ik moest denken aan vele netwerken die we in Nederland hebben. Ik dacht bijvoorbeeld aan een netwerk voor louter vrouwelijke directeuren waarvoor ik ooit ben benaderd. Een prima initiatief om over problemen op het werk van gedachten te wisselen. Als er een leuke functie elders vrij komt dan attendeer je elkaar erop. Je deelt kennis en ervaring. Hieraan mag je deelnemen alleen als je een directiefunctie bekleed. Het gaat ook om de status, begreep ik. Anderen mogen er niet bijkomen, want dan zullen die directeuren zich niet meer gecommitteerd voelen. Ik moest ook denken aan een lezing van de heer Pieter Winsemius, voormalig politicus. Hij benadrukte hoe belangrijk het netwerken voor ervaren vluchtelingen is om een baan te kunnen vinden. Met ervaren vluchtelingen bedoelde hij hoogopgeleide vluchtelingen. Ik dacht ook aan diverse lezingen of trainingen die vooral voor jongeren georganiseerd worden. Ook bij dezen wordt herhaaldelijk het belang van netwerken benadrukt om enerzijds een baan te kunnen vinden. Anderzijds helpt het netwerken om gesloten deuren open te krijgen.

Een wondermiddel

Het netwerken lijkt een wondermiddel te zijn, maar is niet beschikbaar voor iedereen. De wederkerigheid van netwerken, voor wat hoort wat, wordt onderschat. Het netwerken is niet zonder consequenties. De vraag is of je bereid bent je aan deze consequenties te verbinden. Bijvoorbeeld wat als je geen directeur meer zou zijn door ziekte, ontslag, fraude of welke reden dan ook.  Ben je dan nog welkom in je netwerk? Ging het om jouw functie en positie of om  je kennis en ervaring? Hoe en wie beoordeelt je lidmaatschap? Mag je je kennis en ervaring uit je netwerk met anderen delen? Mag je überhaupt in contact komen met andere netwerken? Zijn deze contacten, one for one and one for all, en onvoorwaardelijk? Wat zijn de consequenties als je uit het netwerk stapt?  Zijn Old boys network of Old girls network niet net zo gesloten als de wijk langs de Rondeelteich, of niet? Zorgen de leden van deze netwerken niet louter voor elkaar?  

Ik heb meneer Winsemius gevraagd hoe vaak hij in zijn eigen netwerken, ervaren vluchtelingen, was tegengekomen? Dat was helaas niet vaak genoeg. Ik heb mezelf, symbolisch, aangeboden om een dagje met hem mee te lopen. Mooi geprobeerd, maar hij nam al regelmatig jongeren mee naar zijn netwerken. Wat nou als hij dat niet deed voor jongeren? En hoe zit het met de andere leden van zijn netwerk? Hoe vaak en wie nemen zij met zich mee? Hoe bepaal je eigenlijk wie je wel of niet mee neemt? Wie gunnen ze wel en wie niet?

Ik ben nog lang niet klaar met mijn overpeinzingen over het netwerken. Ik vraag me af wat nou als je super ambitieus, gepassioneerd en talentvol bent maar net niet in contact bent of komt met dergelijke netwerken, wat dan? Geen baan? Geen carrière? Geen open deuren?
 
Dalai Lama: Our prime purpose in this life is to help others. And if you can’t help them, at least don’t hurt them.

Word je met een religie geboren?

Medelijden of empathie?

Blog overzicht